
Bouwen aan een energiegemeenschap
Glanskern Benthuizen
Glanskern Benthuizen
Glanskern Benthuizen is een project van Energiek Alphen aan den Rijn, in samenwerking met het Dorpsoverleg Benthuizen. We onderzoeken hoe een groep van inwoners, bedrijven en organisaties in Benthuizen samen op een slimme manier duurzame energie kunnen opwekken en delen. Deze pagina geeft informatie over de oorsprong, het concept en de uitvoering van het project.
Pilot project Glanskern Benthuizen
Glanskern Benthuizen is een pilotproject. Het ging eind 2024 van start met zeven deelnemers. Fase voor fase wordt er opgeschaald naar 25 tot 40 deelnemers. Als de pilot slaagt, kan deze aanpak over meer dorpskernen en wijken in Alphen aan den Rijn worden uitgerold. Zo bouwen we aan lokale energiegemeenschappen, waarin deelnemers samenwerken aan een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening in hun eigen buurt.
Wat betekent Glanskern Benthuizen? Letterlijk en figuurlijk? Zowel op individueel niveau (voor de deelnemers/inwoners) als op gemeenschappelijk niveau (voor onze omgeving en de energietransitie)? Hoe werkt het? Hieronder kun je het antwoord op deze vragen lezen.
Uiteraard geven we óók updates over de stand van zaken van ons project én wat we ervaren en leren. Die lessen kunnen we goed gebruiken in de volgende fasen van Glanskern Benthuizen en bij de uitrol van volgende projecten.
Ook staan we op deze pagina stil bij de betekenis van lokale energiegemeenschappen, in de energietransitie naar duurzame opwek en het met elkaar delen van energie. Dit doen we vanuit de overtuiging dat ons energiesysteem anders en beter kan en moet worden ingericht.
De kiem voor Glanskern Benthuizen werd gelegd tijdens twee goed bezochte energiebijeenkomsten in Benthuizen, die Energiek Alphen in het najaar van 2024 samen met het Dorpsoverleg organiseerde. Het thema van die avonden was: Samen Slimmer Verduurzamen. Met als centrale vraag: welke kansen heb je als dorpsgemeenschap om ‘lokaal vorm te geven aan de energietransitie’?
Hiermee doelen we op de overgang van ons huidige energiesysteem, dat voornamelijk op fossiele brandstoffen is gebaseerd (zoals olie, gas en kolen) naar een systeem dat gebruikmaakt van duurzame bronnen, zoals zon, wind en biomassa. Doel hiervan is om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en klimaatverandering tegen te gaan.
Veel belangstelling
De belangstelling voor de Samen Slimmer Verduurzamen-bijeenkomsten in Benthuizen was met enkele tientallen deelnemers opvallend groot. Dit succes was mede te danken aan de bestuursleden van het Dorpsoverleg, die actief campagne voerden om naar de informatieavonden te komen. De keuze van Energiek Alphen aan den Rijn om met dit thema in Benthuizen aan de slag te gaan, was niet voor niets. De aanwezigheid van een actieve lokale gemeenschap geldt namelijk als één van de cruciale succesfactoren voor de vorming van een lokale energiegemeenschap.
Zo’n dertig bezoekers van de bijeenkomsten meldden zich aan voor een energieadviesgesprek bij hen thuis. Zo’n gesprek gaat over welke maatregelen je privé kunt nemen om op energie te besparen en andere manieren om de energierekening omlaag te brengen; denk bijvoorbeeld aan vloer-, muur- of dakisolatie, of aan de aanschaf van zonnepanelen of een warmtepomp.
Oók spraken enkele eigenaren van verschillende panden af om samen op zoek te gaan naar collectieve maatregelen. Met deze zogenoemde koplopergroep werden twee nieuwe bijeenkomsten gehouden. Daar werd de basis gelegd voor wat uitgroeide tot het project Glanskern Benthuizen.
De kern is – in dit geval – Benthuizen. Glans is een samentrekking van ‘Gemeenschap in balans’. Zo simpel is het, maar welk verhaal schuilt hierachter?
In een Glanskern houden deelnemers op lokaal niveau samen het energiesysteem in balans. De energie die zij samen gebruiken, wekken ze zo veel mogelijk duurzaam zelf op. Deelnemers zijn een mix van bewoners, bedrijven, instellingen en organisaties. Zij onderzoeken onder regie van Energiek Alphen aan den Rijn naar mogelijkheden om samen duurzame energie op te wekken, op te slaan en te verdelen. Bijvoorbeeld met zonneparken, windturbines, oplaad- en (slimme) distributiesystemen.
De energie die op de ene plaats wordt opgewekt, wordt elders in de Glanskern meteen weer gebruikt of opgeslagen in een gemeenschappelijke (buurt)accu. Met een uitgekiend monitoringsysteem worden permanent zowel de opwek en opslag als het verbruik van energie gecontroleerd.
Gebruik en opwek zijn nauwkeurig op elkaar afgestemd. Energie die over is, wordt bewaard voor de momenten waarop de zon niet of nauwelijks schijnt en er te weinig wind waait. Bij te hoge pieken en te diepe dalen, is er één gezamenlijke aansluiting op het landelijke energienet om de stroom te verhandelen. Maar feitelijk opereert de lokale energiegemeenschap bijna volledig buiten het grote stroomnetwerk om. Gevolg: de deelnemers ervaren geen (over)last van negatieve ontwikkelingen op het landelijke netwerk, of die nou door geopolitieke factoren, natuurrampen of een ‘gewone’ storing worden veroorzaakt. In een Glanskern verblijven de deelnemers onder een veilige energie-stolp, gevrijwaard van congestieperikelen en onbalans op het landelijke energienet.
Glanskern is óók een concept om het energieverbruik van een lokale gemeenschap – comfortabel en efficiënt – in balans te brengen. Dit gaat in drie stappen:
In stap 1 (Basic) worden panden uitgerust met meetapparatuur en wordt een scan van het pand gemaakt, zowel bouwkundig als van de onderdelen van de energie-installatie. Op basis van deze scan ontvangt de eigenaar een advies over maatregelen om de energie-installatie (verder) te optimaliseren en over het doorvoeren van bouwtechnische maatregelen. Verder is er aandacht voor energie-bewustwording en het energiegedrag van de gebruikers van het pand.
In stap 2 (Connected) worden alle in de gemeenschap geïnstalleerde besturingsvoorzieningen via het internet aan elkaar gekoppeld. Vaak wordt een gemeenschappelijke voorziening (zoals een dorps-/buurthuis of sportaccommodatie) aangewezen als centrale locatie. In deze zogenoemde Energy Hub worden gezamenlijke voorzieningen ondergebracht, bijvoorbeeld een (buurt)accu voor de energieopslag en laadfaciliteiten voor elektrische voertuigen, of is daar plek voor (extra) zonnepanelen en kleine windturbines.
In stap 3 (Balanced) wordt de energiegemeenschap gekoppeld aan het energienet en de energiemarkt. Beperkte overblijvende energieoverschotten en -tekorten worden op het energienet verhandeld.
Klik hier voor een nadere beschrijving van deze stappen. Klik hier voor een beschrijving van de activiteiten bij elke stap. Klik hier om meer te lezen over de zogenoemde ontwerpprincipes van het Glanskern-concept.
Het resultaat is dat de deelnemers aan de lokale energiegemeenschap zelf hun energie met duurzame middelen opwekken, met een lagere congestiekans en ook nog lagere energieprijzen, die voor een langere periode vast staan.
Deelnemers
Het project Glanskern Benthuizen telt van oorsprong zeven eigenaren van een pand. Dit zijn drie woningen, twee bedrijfsgebouwen, een kerk en de kantine van een sportvereniging. Dit is een mooie mix van gebruikers, elk met hun eigen profiel:
- Woningen – ochtend/avond-gebruik
- Kantoor-/bedrijfspanden, scholen en instellingen – overdag gebruik
- Verenigingsgebouwen, sport- en cultuur-/vrijetijdsaccommodaties, kerkgebouwen avond/weekend gebruik
Bij voorkeur is er een mix van objecten die al wel eigen energie-opwek hebben (bijvoorbeeld zonnepanelen of opslag in een accu), maar ook objecten die daar nog niet of nauwelijks van zijn voorzien. Deze variatie vergroot de mogelijkheden en maakt het dus eenvoudiger om energie te delen. Daarnaast kan ook het bouwjaar van het object een rol spelen, zeker als de objecten niet recent energiezuiniger zijn gemaakt.
Kernteam
Voor het project Glanskern Benthuizen spraken de eigenaren (of hun vertegenwoordigers) af om – onder regie van een kernteam – samen te werken aan hun energievraagstukken. Hiermee werd de basis gelegd voor deze lokale energiegemeenschap. Het kernteam wordt gevormd door deskundige Energiecoaches en projectleiders van Energiek Alphen aan den Rijn.
Om het Glanskern-concept in praktijk te brengen, stelde het kernteam een projectplan op met achtergrondinformatie, een beschrijving van de activiteiten en een financiële paragraaf. Om de activiteiten te bekostigen werd een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie Zuid-Holland; deze is inmiddels toegekend. Ook werd Glanskern Benthuizen door local4local als pilotproject aangewezen. Klik hier voor meer informatie over Local4Local.
Activiteiten
In het projectplan van het pilotproject Glanskern Benthuizen staat zeven activiteiten:
- Uitvoeren van Glansscan + rapportage
- Doorvoeren van de aanbevelingen uit de Glansscan-rapportage in het object
- Energiegemeenschap verder vormgeven
- Inrichten van de digitale gemeenschap (meten, besturen en voorspellen)
- Energievoorzieningen lokale gemeenschap realiseren en beheren
- Glanskern Energy Hub voorbereiden
- Glanskern als Energy Hub aansluiten op het landelijke energienet
Klik hier voor een beschrijving van de activiteiten. In 2025 zijn de eerste stappen in de uitvoering gezet. De praktijk bleek soms weerbarstig, maar dat hoort bij een pilot. Het is vaak leren door te doen. De lessen en ervaringen worden meegenomen naar de volgende fasen en bij de uitrol van nieuwe projecten.
In de eerste fase van het pilotproject deden zeven deelnemers mee met als objecten:
- Drie woningen
- Twee bedrijven (kantoorgebouw)
- Een kerkgebouw
- De kantine van de voetbalvereniging
Bij zes van de zeven objecten is een Glansscan uitgevoerd. De bouwkundige staat van de panden werd in kaart gebracht en er werd apparatuur geplaatst om specifieke metingen uit te voeren naar het energiegebruik en wat al aanwezige voorzieningen, zoals zonnepanelen of andere voorzieningen – aan energie opwekken. In deze metingen zijn verschillende belangrijke waarden meegenomen, zoals temperatuur, vochtigheid, aanwezigheid, CO2 in belangrijke ruimten en alle inkomende en uitgaande energiestromen.
Het verzamelen van alle data bleek in de praktijk lastiger dan verwacht. Behalve dat het kostbaar is, leerden we dat de installatie van hardware gevoelig is voor fouten en vertraging. Inmiddels heeft het kernteam alternatieven onderzocht die hiervoor mogelijk een oplossing kunnen betekenen. Voorts: groot-verbruikaansluitingen werken anders (niet alleen technisch, contractueel en in kosten, maar ook qua meten) dan klein-verbruikaansluitingen.
In een lokale energiegemeenschap gaat het niet alleen om bewoners, maar om een mix van inwoners bedrijven en instellingen, terwijl ook de gemeente en woningcorporaties zijn betrokken. De ene partij voelt zich meer betrokken en gecommitteerd dan de andere. Iedereen erbij betrekken kost tijd en energie, meer dan wanneer je bijvoorbeeld alleen met bewoners een project start. Verder is de continuïteit van energiecoöperaties die gemeenschappen willen worden, niet vanzelfsprekend. Hun medewerkers zijn veelal (deskundige) vrijwilligers op seniorenleeftijd, die over hun eigen tijd gaan. Voor de voortgang en continuïteit is mogelijk behoefte aan een professionele dienstenorganisatie, die de coöperaties ondersteunt. En dat is veel breder dan alleen de energieleverancier 2.0 (EDV), zoals om|nieuwe energie wil gaan worden.
Per object zijn alle omstandigheden en data in een rapport vermeld, op basis waarvan de eigenaar/deelnemer adviezen en aanbevelingen heeft gekregen over verbetermaatregelen.
Energie delen: de volgende stap in de energietransitie
Energie is de ruggengraat van onze moderne beschaving. Onze welvaart en comfort zijn volledig afhankelijk van een constante, betrouwbare stroom van energie. Onze huidige energievoorziening is echter gebaseerd op een centraal, verouderd model dat niet langer houdbaar is. De overstap naar duurzame energie is niet alleen een kans, maar een noodzaak. Energie delen wordt hierin de cruciale volgende stap.
Onze energievoorziening is eeuwenlang afhankelijk geweest van fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas. Deze brandstoffen worden op een beperkt aantal centrale locaties verbrand om elektriciteit op te wekken, die vervolgens via een uitgebreid en complex netwerk wordt gedistribueerd naar miljoenen afnemers.
De keerzijde van dit model is nu pijnlijk duidelijk: de uitstoot van broeikasgassen leidt tot klimaatverandering, met toenemende weersextremen, zeespiegelstijging en enorme maatschappelijke en financiële gevolgen. De energietransitie – de overstap naar duurzame bronnen zoals zon en wind – is daarom in volle gang.
Het grote voordeel van deze duurzame bronnen is dat ze lokaal kunnen worden opgewekt: op daken van huizen, boven parkeerplaatsen, bij boerderijen en in windparken. Dit decentraliseert de opwek en brengt deze dichter bij de verbruiker.
Deze decentralisatie brengt echter een fundamentele uitdaging met zich mee: de opwek van zonne- en windenergie is weersafhankelijk en variabel. Er is geen zon- of windenergie op afroep. Dit grillige aanbod botst met ons traditionele elektriciteitsnet, dat ontworpen is voor een constante, voorspelbare stroom van centrale naar decentrale punten.
Dit leidt tot serieuze problemen:
- Congestie
Op zonnige, winderige dagen wordt er zoveel stroom lokaal opgewekt dat het net het transport niet aankan. Netbeheerders moeten opwekkers soms zelfs afschakelen. - Onbalans
Het aanbod van energie matcht niet altijd met de vraag, wat de stabiliteit van het net bedreigt. - Hoge kosten
Om deze problemen op te lossen, moet het hele elektriciteitsnet worden verzwaard. Deze investeringen van miljarden euro’s worden uiteindelijk doorberekend aan alle verbruikers via hogere netbeheerkosten.
Deze problemen vragen om een fundamenteel andere aanpak: lokaal energie delen. Het idee is simpel: wek energie lokaal op, gebruik het zoveel mogelijk direct lokaal, sla overschotten lokaal op en deel het binnen een gemeenschap, voordat de stroom het hoofdnet op gaat of er van af wordt afgehaald. Dit vereist een paradigmashift: van een centraal gedistribueerd systeem naar een lokaal, collaboratief ecosysteem: een energiegemeenschap.
Hoe ziet zo’n energiegemeenschap eruit?
Een energiegemeenschap heeft bij voorkeur een mix van gebruikers. De kracht zit in diversiteit. Een effectieve gemeenschap combineert verschillende typen gebruikers wier energieprofielen elkaar aanvullen, zoals bijv. woningen met pieken in de ochtend en avond, kantoren en bedrijven verbruiken vooral overdag, sportclubs en kerken met pieken in het weekend en ’s avonds en oplaadpleinen met een flexibel profiel. Door deze profielen te combineren, vlakken de pieken en dalen af en ontstaat een veel constantere, efficiëntere gezamenlijke vraag.
Er is voldoende lokale duurzame opwek beschikbaar. De gemeenschap beheert haar eigen opwek, idealiter een mix van windenergie (ook ’s nachts en in de winter, een cruciale aanvulling) en zonne-energie (vooral in de zomer en overdag). Deze mix zorgt voor een constanter en betrouwbaarder jaarrond opwekprofiel. Deze duurzame vormen van opwek wordt steeds goedkoper, zeker voor een gemeenschap die geen winst-doelstelling heeft.
Als gevolg van de grilligheid van de opwek ontkomt de gemeenschap niet aan lokale energieopslag. Deze opslag is de sleutel tot balans. Het bestaat uit korte termijn, accu’s voor het overbruggen van uren of dagen, bijv. overtollige zonnestroom opslaan voor gebruik ’s avonds; en lange termijn (seizoensopslag) voor het overbruggen van seizoensverschillen (bijvoorbeeld zomeroverschotten gebruiken in de winter). Technologieën zoals waterstof en warmteopslag zijn hier in ontwikkeling en worden gelukkig steeds beter betaalbaar.
Een slim besturingssysteem (Gemeenschap in Balans-systeem, de digital twin) is als digitaal systeem de hersenen van de operatie van de gemeenschap. Dit systeem meet continu alle energiestromen (opwek, verbruik, opslag) van elk deelnemend object, analyseert en voorspelt de energiebehoefte en opwek – op basis van weersverwachtingen en gebruiksgedrag. En het bestuurt de energiestromen: het stuurt stroom naar waar deze nodig is, laadt accu’s op of ontlaadt deze én wisselt alleen stroom uit met het hoofdnet wanneer het strikt noodzakelijk is.
Door lokaal te delen wordt de energietransitie volledig groen en duurzaam met maximale lokale uitnutting van de eigen zon en wind-opwek,
En betaalbaarder en met langer vaste prijzen; duurzame opwek en opslag is nu al goedkoper en de gemeenschap heeft ok geen winstdoelstelling.
En betrouwbaarder omdat de afhankelijkheid van het net ingrijpend afneemt, een lokaal, gebalanceerd net is veerkrachtiger, er is minder transportverlies over lange afstanden in het net en vooral vermindert het de noodzaak voor dure netverzwaring, wat alle gebruikers enorm veel geld bespaart.
Energie delen heeft de toekomst
Voor zeer energie-intensieve sectoren (zoals zware industrie of grote datacentra) is een lokaal gedeeld net wellicht niet toereikend; zij vereisen specifieke, grootschalige oplossingen. Maar voor de overgrote meerderheid van onze samenleving – wijken, dorpen, bedrijventerreinen – is energie delen de logische, noodzakelijke en veelbelovende volgende stap in de energietransitie. Het is de sleutel tot een stabiel, betaalbaar en echt duurzaam energiesysteem voor de toekomst.
Local4Local – Glanskern Benthuizen
Glanskern Benthuizen is één van de pilotprojecten uit het zogenoemde opschalingsprogramma van Local4local. Het doel van dit programma is om nog meer plekken in Nederland te creëren waar duurzame energie in lokaal eigendom wordt gedeeld binnen de eigen gemeenschap.